Hartog Noot (1910-1941)

Hartog Noot en Rachel Noot Cozijn (1908-1944) kwamen na de geboorte van hun oudste zoontje Mozes (‘Mau’) in 1932 vanuit de Joodse Gemeente Kampen naar Borculo. Hij was een Cohen (behorend tot het priestergeslacht). Tussen 1933 en 1941 was Hartog chazan (voorganger) en leraar in de kinderrijke Joodse gemeente. In beide hoedanigheden werd hij omschreven als een vriendelijk en kundig mens, die zich al gauw geliefd wist te maken. Hij was ‘de geduldige meester met de zwarte baard’. Het jonge gezin woonde in de ‘meesterswoning’ naast het Cheider aan de Korte Wal. Deze werd gebouwd nadat de school naast de synagoge tijdens de cycloon in Borculo in 1925 werd verwoest.

In 1934 werd hun zoon Barend Salomo geboren en dochtertje Naomi volgde in 1938.

Er ontstond een hechte vriendschap met het kinderloze echtpaar David en Helena Colthof. Beide echtparen vonden elkaar vooral in hun gezamenlijke passie: de mogelijkheid voor het stichten van een Joodse staat in Palestina.

Toen de situatie van de Joden in Nederland in 1941 moeilijker werd, hebben Hartog en Rachel het oudere echtpaar Colfhof gevraagd voor hun kinderen te zorgen, mocht henzelf iets overkomen in de oorlog. Dit is helaas bewaarheid geworden: Hartog is bij de eerste grote Mauthausen-razzia op

Rosj Hasjana in oktober 1941 opgepakt. Een week later werd hij er vermoord. Rachel kon aanvankelijk onderduiken in Heemstede, maar werd in februari 1943 weggevoerd naar Auschwitz en er vermoord op 22 mei 1944. Het is waarschijnlijk dat zij daar tot haar dood heeft gewerkt in een werkkamp.

De drie kinderen zijn ondergedoken geweest m.b.v. Hendrik Huizing. De oudste zoon Mau werd ondergebracht bij een boer in Friesland. Hij bewaarde hieraan minder prettige herinneringen. Hij werd gedwongen mee te gaan naar de protestantse kerkdiensten. Naomi kreeg aanvankelijk tijdelijk onderdak bij dominee Palmboom in Geesteren, maar werd later opgenomen in het gezin van Gerben Tiedema, ook in Friesland. Zij kreeg de naam ‘Toosje’. Hun enige kind, een zoon, overleed in de oorlog. Gerben en zijn vrouw hebben moeite gedaan Naomi in hun gezin op te nemen als pleegkind. Berend kwam in een gezin in Enschede. Hij voelde zich hier thuis. Er kwam een abrupt einde aan dit verblijf. In het centrum kwam hij een bekende uit Borculo tegen, die hij niet vertrouwde. Bang om verraden te worden werd hij overgeplaatst naar een gezin in Hengelo.

Meteen na de bevrijding van Borculo in april 1945 hebben David en Helena Colthof de kinderen Noot opgespoord. Ze hebben hen in huis als hun pleegkinderen opgenomen. Na de oorlog heeft de gemeente Borculo ter nagedachtenis een straat genoemd naar de chazan, de Hartog Nootlaan.