Synagoge

Vanaf circa 1650 ontstaat er in Borculo een bloeiende joodse gemeenschap. In de loop van de 19e eeuw ontwikkelt deze zich tot centrum van joodse studiën. Vanaf 1830 wordt er in de joodse leer onderwezen in een woonhuis aan de Weemhof, tot de bouw in 1842 van de eerste synagoge. De toename van het aantal joden noodzaakt in 1877 tot de bouw van de huidige synagoge, ontworpen door een plaatselijke architect. Enige tijd later wordt er naast en achter de synagoge resp. de joodse school en het mikwe gebouwd. Invloedrijke joodse families dragen in belangrijke mate bij aan de industriële ontwikkeling van Borculo. Rond 1900 telt Borculo 163 joodse inwoners.

De Sjoel

De stormramp in 1925 spaart op wonderbaarlijke wijze de synagoge, maar de joodse school ernaast wordt volledig verwoest. Het gebouw ontkomt echter niet aan de verwoestingsdrang van sympathisanten van de Duitse bezetter. In juli 1941 wordt het in brand gestoken en zwaar beschadigd. De thorarollen en rituele voorwerpen zijn op tijd in veiligheid gebracht. De zwaar beschadigde synagoge wordt in 1950 verkocht en daarmee aan de joodse eredienst onttrokken. Het gebouw is jaren in gebruik o.m. als opslagruimte. De joodse gemeenschap die na de oorlog uit nog ongeveer 60 leden bestaat vindt onderdak in de sjoel aan de Korte Wal. Het mikwe blijft in gebruik tot 1972.

In 1977 wordt de Nederlands-Israëlitische gemeente opgeheven. In 2000 verwerft de daarvoor opgerichte Stichting Synagoge Borculo het eigendom over de synagoge, het mikwe wordt in 2002 verworven. Beide worden in 2001 door de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed aangemerkt als beschermd monument. De totale restauratie van de synagoge vindt haar voltooiing in 2008. Een jaar later wordt de vrouwengalerij als expositieruimte ingericht, in 2020 gevolgd door de herinrichting ervan. Deze is in de eerste helft van 2021 gerealiseerd.