Hendrik Huizing (1899-1976)
Hij werd geboren in Arnhem, begon zijn verzetsactiviteiten al heel vroeg in de oorlog en hij werd al snel een centrale figuur bij de redding van de vervolgde joden in zijn geboorteplaats en omgeving en de Achterhoek. Daar vestigde hij zich in Borculo, waar het echtpaar Colthof al voor de oorlog goed bevriend was geraakt met de familie Hartog Noot, een orthodox joods gezin met drie kinderen, Mozes Philip (‘Mau’), Barend en Naomi.
Toen de situatie van de Joden in Nederland in 1941 moeilijker werd, hebben Hartog en Rachel het kinderloze echtpaar Colfhof gevraagd voor hun kinderen te zorgen, mocht henzelf iets overkomen in de oorlog. Wat zij vreesden gebeurde! Toen eerst Hartog en een jaar later Rachel werden weggevoerd, werd de drie kinderen van verschillende kanten hulp geboden, maar het was Hendrik die de hoofdrol speelde bij het verzekeren van hun veiligheid.
Toen Hendrik hoorde dat het bos waarin Mozes Philip zich schuil hield op het punt stond door de Duitsers te worden ontdekt, nam hij de jongen ’s nachts mee naar het onderduikadres van de familie de Goede in Borculo. Na verhuisd te zijn naar verschillende andere adressen, regelde Hendrik uiteindelijk een permanente schuilplaats voor Mozes in het noorden van Nederland. Hij vond ook voor Naomi een onderduikadres bij boer Gerben Tiedema . Ze bleef bij hem tot de bevrijding.
Tijdens de oorlog waren Hendrik en zijn collega’s uit het verzet verantwoordelijk voor de redding van ongeveer 50 Joden, van wie er 20 afkomstig waren uit de lokale gemeenschap. Onder hen ook het echtpaar David en Helena (‘Tante Leen’) Colthof, die ondergedoken zaten bij Hendrik en zijn vrouw Christine van maart 1943 tot juni 1944. Toen de Duitsers daarvan lucht kregen doorzochten zij het huis, maar gelukkig ontsprongen beiden de dans door tijdig te vluchten.
Ook was Hendrik betrokken bij een aanval op een distributiekantoor van bonnen om kaarten te krijgen voor de verborgen joden. Hendrik en zijn vrouw hebben zich tijdens de oorlog met alle middelen ingezet om het leven van joden te redden.
Direct na de oorlog werden de 3 kinderen Noot vanuit hun onderduikadressen geplaatst bij David en Helena Colthof.
Voor zijn verzetswerk werd Hendrik Huizing in 1971 geëerd met de zogenaamde Yad Vashem-onderscheiding. Deze is in bewaring bij de Stichting Synagoge Borculo.