Holocaustherdenking 26 januari 2025
De herdenking werd geopend door Riet Baarssen, voorzitter van de Stichting Synagoge Borculo. Zij benadrukte de rol van de synagoge als een plaats van herdenking en van het verhaal dat blijvend verteld moet worden.
Deze herdenking was de opmaat naar het thema welk het jaar 2025 zal typeren, 80 jaar bevrijding. Hoogtepunt was het zeer tot de verbeelding sprekende voorlezen door o.a. schoolkinderen van de 101 namen van de evenzovele weggevoerde en vermoorde joden uit Berkelland.
Hieraan vooraf ging de 4e Lowenberg-lezing door prof. em. Johannes Houwink ten Cate, hoogleraar Holocaust en Genocidestudies aan de Universiteit van Amsterdam en onderzoeker bij het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (N.I.O.D.). Zijn lezing ging over genocide. Hoe genocide ontstaat, hoe zachtaardige mensen kunnen veranderen in moordenaars niet uit haat, maar uit angst voor minderheden, en het gevaar van opkomend antisemitisme, overal in Europa.
De herdenking werd luister bijgezet door de sopraan Diet Gerritsen, begeleid door de saxofoniste Kimmy Reef. Zij zongen een drietal liederen uit hun voorstelling ‘I never saw another butterfly’, op teksten van een jongen uit Theresiënstadt, vanuit het Duits omgezet naar het Engels en op muziek gezet door de Amerikaans componiste Lori Leitman. De teksten van de liederen zijn hieronder opgenomen.
De herdenking werd besloten met een heerlijk kopje kippensoep.


Uit de liederencyclus ‘I never saw another butterfly’

The Butterfly
The last, the very last,
So richly, brightly, dazzlingly yellow.
Perhaps if the sun’s tears would sing
against a white stone …
Such, such a yellow
Is carried lightly ’way up high.
It went away I’m sure because it wished to
kiss the world goodbye.
For seven weeks I’ve lived in here,
Penned up inside this ghetto.
But I have found what I love here.
The dandelions call to me
And the white chestnut branches in the court.
Only I never saw another butterfly.
That butterfly was the last one.
Butterflies don’t live in here,
In the ghetto.
Pavel Friedmann (1921–1944)
Yes, That’s the Way Things Are
In Terezín in the so-called park
A queer old granddad sits
Somewhere there in the so-called park.
He wears a beard down to his lap
And on his head, a little cap.
Hard crusts he crumbles in his gums,
He’s only got one single tooth.
My poor old man with working gums,
Instead of soft rolls, lentil soup.
My poor old greybeard!
Koleba – Miroslav Košek (1932–1944)
The Garden
A little garden,
Fragrant and full of roses.
The path is narrow
And a little boy walks along it.
A little boy, a sweet boy,
Like that growing blossom.
When the blossom comes to bloom,
The little boy will be no more.
`Franta Bass (1930–1944)
